In bovenstaande foto is dit goed gedaan; de oriëntatie van de kaart komt overeen met de kijkrichting van de bezoeker. Dit leesbaarheid van de kaart wordt hier nog eens versterkt doordat er een duidelijk oriëntatiepunt te zien is op de kaart en bij het uitzicht: de zee.
In deze blog leg ik uit hoe het komt dat wij moeite hebben met kaarten die gedraaid zijn ten opzichte van onze kijkrichting.
Mensen navigeren egocentrisch
Als we door een ruimte bewegen, bijvoorbeeld een stad, doen we dat vaak op basis van de informatie die we zien. Dit noemen we ook wel de ‘egocentric representation’; we navigeren vanuit wat wij zien, vandaar de aanduiding egocentrisch. Een simpel voorbeeld hiervan is als je nu op kijkt en recht vooruit kijkt. Op dit moment is dat jouw ‘egocentric representation’ van de ruimte waarin jij je bevindt.
Zolang we kunnen zien waar we naar toe willen (of de weg weten), is dit een gemakkelijke manier van navigeren. Zelfs jonge kinderen kunnen gemakkelijk door een ruimte navigeren naar iets wat ze kunnen zien (Anderson, 2005). Dit verandert als we de weg zoeken en we gebruik moeten maken van een landkaart.
Combineren van egocentrisch navigeren en kaarten
Om de weg te vinden, moeten we dan onze ‘egocentric representation’ combineren met andere informatie, bijvoorbeeld een ‘u bevindt zich hier’-landkaart. Deze landkaarten zijn vaak niet georiënteerd in de kijkrichting (dit noemen we een ‘allocentric representation’). Meestal zijn kaarten op het noorden georiënteerd of zijn ze zo gedraaid dat ze grafisch goed op het bord of de poster staan.
Gedraaide kaarten zijn moeilijk te lezen
Des te groter het verschil tussen jouw kijkrichting en de oriëntatie van de kaart (dit kan oplopen tot maximaal 180 graden, de kaart is dan tegenovergesteld georiënteerd aan jouw kijkrichting), des te moeilijker het voor jou is om de weg te kunnen vinden. Onderzoek van Gunzelmann & Anderson (2002) laat dit goed zien. Mensen moesten een object uit de ruimte op een kaart aanwijzen.
De mensen waarbij het verschil tussen kijkrichting en de oriëntatie van de kaart het grootste was (namelijk: een verschil van 180 graden), deden het langste over het aanduiden van het object. De mensen waarbij de kijkrichting overeenkwam met de oriëntatie van de kaart, waren het snelste met aanduiden van het object.
Kortom, als mensen de weg zoeken zijn ze het meest gebaad bij een kaart die overeenkomt met hun kijkrichting. Dit kan ik ook uit eigen ervaring onderschrijven, de omgeving is dan een stuk makkelijker ‘te lezen’. Toch voldoet het merendeel van de ‘u bevindt zich hier’ kaarten hier niet aan.
2 voorbeelden van gedraaide kaarten
Hierboven een voorbeeld van een kaart die geraaid staat ten opzichte van de kijkrichting van de bezoeker. De kaart maakt een hoek van circa 120 graden met de kijkrichting. Gelukkig zijn de zee en het strand een duidelijk oriëntatiepunt, waardoor het op deze kaar nog relatief gemakkelijk de weg te vinden is.
In onderstaand voorbeeld, een winkelcentrum, is dat moeilijker. De ruimte is veel eentoniger en het ontbreekt aan duidelijke oriëntatiepunten. Doordat de kaart ook nog eens gedraaid is ten opzichte van de kijkrichting (circa 90 graden), wordt het vinden van de weg een stuk moeilijker.
Strategieën om een gedraaide kaart te kunnen lezen
Als mensen worden geconfronteerd met een kaart die anders is georiënteerd dan hun kijkrichting, hanteren ze allerlei strategieën om de weg te vinden. Sommigen draaien zichzelf in gedachten rondom de kaart, anderen proberen dat wat ze zien te draaien en weer anderen beschrijven in woorden welke richting ze moeten nemen (bijvoorbeeld linksaf bij de toren)(Anderson, 2005).
Wanneer je zelf een kaart bij je hebt, kun je het jezelf ook gemakkelijk maken door de kaart zo te draaien dat deze overeenkomt met jouw kijkrichting. Autonavigatie en smartphones maken hier tegenwoordig ook slim gebruik van.
Veel ‘u bevindt zich hier kaarten’ zijn georiënteerd op het noorden
Ondanks deze kennis, zijn er toch veel ‘u bevindt zich hier kaarten’ die niet gedraaid zijn in de kijkrichting. Ze zijn georiënteerd op het noorden of zo gedraaid dat ze grafisch goed passen. Raar eigenlijk, als je er bij stil staat. Deze kaarten zijn bedoeld om mensen te helpen. Het helpt mensen zeker wel als ze sneller (en met minder fouten) de weg kunnen vinden.
Het is ook nog eens gemakkelijk te realiseren. De kaarten staan vaak op een vaste plek en kunnen niet worden gedraaid. Daarmee staat ook de kijkrichting van de kijker vast: om de kaart goed te kunnen zien zal je deze kaart altijd van een bepaalde richting bekijken. Het is dan een kleine moeite om per plek de kaart zo te oriënteren dat deze overeenkomt met de kijkrichting van de kijker.
Je kunt je dan afvragen, waarom gebeurt dat niet? Ik vermoed dat het antwoord te maken heeft met geld en (mentale) luiheid. Het kost meer geld om verschillende kaarten te ontwerpen en af te laten drukken, je moet immers per locatie de kaart aanpassen. En die mentale luiheid, tsja, we doen het altijd zo? 😉
Klantbeleving verbeteren? Oriënteer kaarten in de kijkrichting
Mocht je de beleving van klanten of toeristen in een gebouw of stad willen verbeteren, besteed dan ook aandacht aan de manier waarop zij de weg kunnen vinden. Bedenk dan dat de oriëntatie van kaarten hen hierbij goed kan helpen. Ook betekent dit dat je kaarten ten op zichten van elkaar moet spiegelen als je een bord plaatst waarop aan beide kanten een kaart wordt aangeboden. Door de kaart te spiegelen, blijven voor beide kijkrichtingen de kaarten georiënteerd vanuit de kijkrichting.
Lees voor meer tips en informatie de blog over bebording en kaarten.
4 reacties
DAg Joren,
Tja, ik vind het juist wel handig als alle kaarten dezelfde opstelling hebben, nl het noorden.
Het strand-voorbeeld van Zandvoort is misschien wel de uitzondering op die regel. daar is de situatie overduidelijk gericht opeen rijtje strandtenten.
Lastiger wordt het bij kaarten van een stad of wijk, bij de ingang daarvan. Je raakt echt het overzicht kwijt als N-W-Z-O steeds in willekeurige draaiing worden vertoont.
Het valt me toch al op dat als ik bv tegen mensen zeg: “de uitgang aan de oostkant van het station”, dat ze je dan wat glazig aankijken. Terwijl het vaak de meest eenduidige aanwijzing is…
Leer kaartlezen. Da’s misschien wel de beste tip.
Groet Vera
Hallo Joren,
Je beschrijft precies wat ik ook al een tijd denk en ervaar bij het bekijken van plattegronden, vooral de stadsplattegrond buiten bij een (voor mij op dat moment onbekend) station.
hetzelfde heb ik bij het uitprinten van een route voor de auto, “vertrek in westelijke richting”. Moet ik eerst wel wweten waar het westen is 🙂
Voor mij zou het in elk geval een ideale oplossing zijn om de kaarten te draaien naar de kijkrichting.
Op een station wil ik graag weten waar…
-de uitgang naar het centrum van de stad is
-de uitgang is waar iemand met een auto mij kan afhalen
-de uitgang is waar ik de bussen vind
De uitgang aan de oostkant van het station zegt mij helaas niks (sorry Vera)
groet, Nicky
Hoi Joren,
Nu wil ik toch even reageren. In Schotland hadden ze een kaart van de stad gedraaid. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik toch een kwartier zeker in de verkeerde richting heb gelopen. Ik had namelijk maar twee herkenningspunten en de derde noodzakelijke oriëntatiepunt, het noorden, gebruikt.(je hebt minimaal drie oriëntatiepunten nodig om je te kunnen oriënteren, denk maar aan drie gps satellieten)
Les 1 kaartlezen: draai nooit je kaart.
Hey Edwin,
Ha. Dat lijkt me geen prettige ervaring. En dank voor je reactie! Bij het draaien van de kaart is het noodzakelijk dat er duidelijk gecommuniceerd in welke richting je kijkt. Hoe dit gecommuniceerd wordt, hangt af van de situatie. In bovenstaande foto in Zandvoort is dit vrij duidelijk, de kustlijn wordt hier als natuurlijk referentiepunt gebruikt. In jouw geval waren deze oriëntatiepunten vermoedelijk niet saillant genoeg. Heb je er toevallig een foto van? 😉
Gr Joren