Het algemene verhaal over persoonlijke ruimte is gebaseerd op Hall (1966), Gifford (2007) & Sommer (2007). Specifieke voorbeelden staan aangegeven met een extra refrentie.
Definitie persoonlijke ruimte
Persoonlijke ruimte is ons draagbaar territorium. We gebruiken persoonlijke ruimte om de afstand tussen anderen te reguleren en als non-verbaal communicatiemiddel.
Dat deze ruimte draagbaar is, betekent dat we deze ruimte altijd met ons mee nemen, als een soort bel die om ons heen zit. Bovendien ervaren we deze ruimte als ons territorium. Dit betekent dat we een bepaalde mate van controle over deze ruimte (willen) hebben.
Wij (willen graag) bepalen wie er in onze ruimte mag komen en hoever deze persoon mag komen. Soms willen we een bepaalde afstand tot een persoon bewaren en soms willen we een persoon juist dichtbij hebben. Als iemand te dichtbij of ver weg is, ervaren we dit als onprettig. Vanuit een persoon gezien, is het bij persoonlijke ruimte dus belangrijk dat een ander zich op de juiste afstand bevindt.
De afstand die we behouden tot een ander gebruiken we ook om (on)bewust non-verbaal aan te geven wat wij van een persoon vinden.
De afstanden van persoonlijke ruimte
Persoonlijke ruimte wordt vaak uitgedrukt in afstanden. Hoe ver iemand in jouw persoonlijke ruimte mag komen is bijvoorbeeld afhankelijk van het soort relatie dat we met iemand hebben. Jouw partner mag dichterbij komen dan een vriend en een vriend weer dichter dan een onbekende.
In onderstaande tabel staan afstanden die, bij benadering, aangeven wat gemiddeld genomen de grenzen zijn die wij hanteren voor verschillende soorten relaties (Hall, 1966). Deze afstanden zijn een handig middel om persoonlijke ruimte uit te drukken en te begrijpen.
Er zit echter één gevaar aan deze afstanden, namelijk dat we ons er op blind staren en vergeten dat ze flexibel zijn, er geen harde grenzen zijn. Er zijn veel persoonlijke, sociale, culturele en fysieke factoren die deze grenzen per persoon, maar ook per situatie kunnen beïnvloeden.
Afstand | ||
Intiem |
0 – 15 cm |
Vol contact; beschermen, knuffelen, seks, worstelen of ruzie. |
15 – 45 cm |
Voor erg goede vrienden | |
Persoonlijk |
45 – 75 cm |
Mensen die we goed kennen en graag mogen. Praten met je partner. |
75 – 120 cm |
Gesprekken met vrienden en bekenden | |
Sociaal |
120 – 200 cm |
Gesprekken met onbekenden of zakelijke relaties |
200 – 350 cm |
Formele zaken besprekingen | |
Publiek |
350 – 700 cm |
Afstand tussen spreker en publiek |
700 cm e.v. |
Afstand tussen spreker en nog meer publiek |
Afstanden zijn flexibel
Een voorbeeld van deze flexibele grenzen is de hoek waaronder twee mensen elkaar ontmoeten. Deze bepaalt mede hoever iemand in een persoonlijke ruimte mag komen. Als we zij aan zij staan, mag iemand dichterbij ons komen dan als deze frontaal voor ons staat. Op een zelfde manier is het al dan niet maken van oogcontact een factor die de grootte van onze persoonlijke ruimte beïnvloedt. Het gaat bij persoonlijke ruimte dus niet om de absolute afstand, maar om de afstand die wij ervaren.
De grootte van onze persoonlijke ruimte verschilt ook per ruimte waarin we ons bevinden. In een ruimte die wij als klein ervaren, neemt onze persoonlijke ruimte toe. Als het mogelijk is, zitten we in dat soort ruimtes dan ook verder uit elkaar dan in een grotere ruimte (Gifford, 2007 p. 145).
Ook wordt de manier hoe we met persoonlijke ruimte omgaan beïnvloedt door de cultuur die we gewend zijn. Het is verleidelijk om stelregels te hanteren wat betreft persoonlijke ruimte en cultuur, wetenschap laat echter zien dat de invloed van cultuur op persoonlijke ruimte niet simpel te vatten is. Zo is er bijvoorbeeld onderzoek dat aantoont dat mensen zich conform de cultuur gaan gedragen, afhankelijk van de taal die ze spreken (Sussman & Rosenfeld, 1982).
Waarom bestaat er zoiets als persoonlijke ruimte?
Er zijn verschillende theorieën over waarom mensen zoiets als persoonlijke ruimte hebben en wat het nut er van is. Het gaat hier te ver om ze allemaal afzonderlijk te bespreken, daarom volgt hieronder mijn interpretatie van de theorieën, die ik voor de begrijpelijkheid wat eenvoudiger heb gemaakt.
De theorieën hebben met elkaar gemeen dat wij mensen tegenstrijdige behoeftes hebben als wij andere mensen ontmoeten of tegenkomen (Argyle & Dean, 1965). Aan de ene kant willen we graag dichter bij anderen komen omdat we deze personen aantrekkelijk vinden of omdat we informatie van deze persoon willen hebben(behoefte 1). Aan de andere kant willen we afstand houden van hen omdat we onze vrijheid en individualiteit willen behouden en we liever niet alle informatie over onszelf weggeven (Gifford, 2007) (behoefte 2).
Deze twee behoeftes botsen want, hoe dichterbij iemand komt (behoefte 1), des te meer controle over onze directe leefomgeving we opgeven. Die controle is juist iets wat we graag behouden (behoefte 2).
De uitkomst (of het compromis) van het gevecht tussen deze twee behoeftes ervaren we als de ‘grens’ in onze persoonlijke ruimte waar we het nog prettig vinden dat een persoon zich bevindt.
Per persoon (of eigenlijk, relatie) verschilt het hoeveel controle je bereid bent op te geven en waar dus de grens ligt. Wat wij uiteindelijk merken is dat we ons ongemakkelijk voelen als iemand te dichtbij staat (Thompson e.a., 1979). Vice versa voelen we ons ook niet prettig als iemand te ver weg staat.
Hoe werkt persoonlijke ruimte fysiologisch?
Als mensen dichterbij komen, zorgt dit ervoor dat ons zenuwstelsel alerter wordt. We noemen dit ook wel arousal (prikkeling). Datgene wat wij waarnemen, doen en denken beïnvloedt vervolgens hoe deze arousal wordt geïnterpreteerd (dit wordt ook wel attributie genoemd).
De uitkomst van deze interpretatie maakt dat we de arousal als prettig of onprettig ervaren. Dit verschil is duidelijk te merken als er iemand heel dicht bij ons komt. Als dit onze partner is, ervaren we dit als intimiteit. Is het een onbekende, ervaren we dit als intimidatie (Gifford, 2007).
Hoe zorgen we voor de juiste afstand?
We houden er dus niet van als mensen te dicht of te ver weg staan. Simpele manieren om hier verandering aan te brengen zijn dichterbij of verder weg bewegen. Volgende week plaats ik een nieuwe blog met voorbeelden hoe persoonlijke ruimte eruit ziet.
Conclusie
Mensen hebben verschillende behoeftes als het gaat om de nabijheid van anderen. In sommige gevallen willen we een ander dichtbij hebben, in andere gevallen juist veraf. Het resultaat van dit gevecht tussen behoeftes noemen we persoonlijke ruimte.
Persoonlijke ruimte is een flexibel begrip en verschilt per situatie, ruimte of persoon. Persoonlijke ruimte is iets wat mensen waarnemen of ervaren. Doordat dit een ervaring van een persoon is, kan de waarneming hiervan worden beïnvloedt door allerlei factoren.
2 reacties
L.S., Dank voor uw vrijgevigheid met betrekking tot de onderwerpen waarover u schrijft. Helaas ben ik bijna supersensitief over mijn persoonlijke ruimte, vanwege een, zeg maar, bijzonder strikte benadering van de opvoeding als gehanteerd in het gezin waarin ik opgroeide. Inmiddels heb ik e.e.a. uitgewerkt en heb ik vele inzichten vergaard. Wat rest is mijn behoefte aan persoonlijke ruimte die soms conflicteert met wat mij redelijkerwijs wordt geboden. Ik zie in uw blog handvatten waarmee ik mijn ‘zijn’ buitenshuis beter vorm zal kunnen geven. Hartelijk dank daarvoor. Ik kijk uit naar de inhoud van het e-book. Ook daarvoor mijn hartelijke dank.
Heel interessant! Bedankt