Kinderen gaan naar school om te leren. Leren rekenen, leren lezen en leren sociaal omgaan me elkaar. Op school is lesmateriaal aanwezig waaruit de kinderen kunnen leren. Op school is ook een leraar die de kinderen begeleid en helpt hen bij het leren. Maar hoe ziet het schoolgebouw er zelf uit? Ook het schoolgebouw maakt integraal onderdeel uit van het leerproces. Zodoende kan een schoolgebouw en haar inrichting de prestaties en ervaringen van leerlingen beïnvloeden. Maar hoe doet een schoolgebouw dat? Brittany Allen en Katie Hessick (California Polytechnic State University), twee ontwikkelingspsychologen, hebben een literatuurstudie gedaan naar hoe een schoolgebouw en klaslokalen haar gebruikers beïnvloeden.

Psychologie van een klaslokaal

Gebruikersperspectief

Een schoolgebouw heeft als primaire doel onderwijs te faciliteren. Onderwijs voor leerlingen. In het geval van het basisonderwijs gaat dit om kinderen van 4 tot en met 12 jaar. Zij zijn de eindgebruikers van het gebouw en het doel zou moeten zijn deze eindgebruiker, zoveel mogelijk in het leerdoel te ondersteunen. Toch worden veel schoolgebouwen nog gebouwd vanuit het perspectief van mensen die vaak 30 jaar of ouder zijn. En dat is eigenlijk best gek, want opgroeiende kinderen hebben soms hele andere behoeftes dan ‘ouderen’. Kinderen, bijvoorbeeld, voelen zich comfortabeler bij lagere temperaturen dan leraren (McVey, 1969).

Ontwerp voor flexibiliteit

Een gebouw schept kaders. Deze kaders zijn, als ze eenmaal gebouwd zijn, niet gemakkelijk aan te passen. Als je gaat kijken naar onderwijs, is er juist veel behoefte aan flexibiliteit. De ene keer moeten leerlingen geconcentreerd werken, de andere keer moet er ruimte zijn om contact te maken met mede leerlingen en weer een andere keer is het tijd voor feest. Verschillende leerdoelen vereisen verschillende leerstrategieën, verschillende leerstrategieën vereisen verschillende leeromgevingen (Taylor, 2009). Een one-size-fit’s-all-benadering werkt daarom niet. Het advies wat Allen & Hessick (2011) dan ook geven is om bij het ontwerpen van klaslokalen zoveel mogelijk in te spelen op de verschillende behoeftes die er gedurende een lesdag ontstaan en deze te faciliteren met flexibel interieur.

Prikkel verschillende zintuigen

Leerlingen, net als de rest van alle mensen, nemen waar met al hun zintuigen. Maak hier dan ook gebruik van. In het literatuuronderzoek wordt dan ook ingegaan op veel zintuigen. Zicht krijgt veel aandacht, wat logisch is omdat dit het dominante zintuig is . Maar er is ook veel aandacht voor het effect van (slechte) akoestiek op de school prestaties van kinderen. Of de temperatuur en luchtvochtigheid, ook deze twee hebben een effect op de leerprestaties van kinderen.

Voor wetenschappers hebben ze ook een overzicht gemaakt, in de vorm van een publicatie. Zeker de moeite waard om door te lezen!

2 reacties

  1. Beste,

    Tijdens de zoektocht naar literatuur voor mijn afstudeeronderzoek naar de optimale inrichting van klaslokalen voor mijn stageschool kwam ik op uw website terecht. De link die er vermeld staat om verdere resultaten te bekijken linkt echter naar een ICLoud omgeving waar ik niet op kan. Kan ik deze informatie ook ergens anders lezen?

    Heeft u wellicht nog tips voor literatuurstudie over dit onderzoek?

    Ik hoor heel graag van u.

    Met vriendelijke groet,

    Hanneke van Nispen

    1. Heb je op deze vraag antwoord gekregen Hanneke? Ik ben nu ook een onderzoek naar klaslokalen aan het doen!

      Kan je mij misschien helpen?

      Met vriendelijke groet,
      Romy

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *