Omgevingspsychologie bestudeert de uitwisselingen tussen mensen en de fysieke omgeving (Gifford, 2007). Deze uitwisselingen gaan twee kanten op. In onze omgang met de fysieke wereld veranderen wij zelf omgevingen. Tegelijkertijd wordt ons gedrag en onze ervaring gestuurd door de omgeving zelf. Er is daardoor sprake van een wederkerige invloed.
De omgevingspsychologie is een wetenschappelijk vakgebied. Dit betekent dat haar ideeën en bevindingen worden onderzocht met kwantitatief en kwalitatief onderzoek door wetenschappers verbonden aan universiteiten en instituten. Deze bevindingen worden gepubliceerd in peer reviewed tijdschriften. Op congressen komen omgevingspsychologische onderzoekers bij elkaar om de laatste ideeën en bevindingen te bediscussiëren. Er is continu debat tussen onderzoekers over hoe de relatie tussen gedrag en de omgeving precies verloopt.
Het vakgebied bestaat uit theorieën, feitenkennis en toepassingsmogelijkheden. Een deel van deze kennis is gericht zijn op het meer humaan maken van de gebouwde omgeving. Daarnaast wordt er ingezet op het verbeteren van de relatie van mensen met de natuur. De gebruikswaarde van alle kennis is omvangrijk, bijvoorbeeld bij het maken van ontwerpoplossingen of het opstellen van beleid. Als maatschappij investeren we veel geld en energie in het ontwikkelen van onze fysieke omgeving (gebouwen, parken, steden enzovoort). Omgevingen die niet goed of niet optimaal functioneren zijn niet alleen kostbaar, ze hebben ook een directe negatieve impact op ons welzijn (Gifford, Steg & Reser, 2011). De omgevingspsychologie probeert zoveel mogelijk waardeverlies te voorkomen.
De onderzoeksgebieden van omgevingspsychologen kan worden onderverdeeld in een vijftal deelgebieden. Elk deelgebied bestrijk weer een ander domein van uitwisselingen tussen mens en omgeving. Sommige domeinen hebben een meer abstract overkoepelend karakter. We gebruiken deze abstracte kennis om grip te krijgen op hoe een omgeving functioneert. Andere domeinen hebben een toegepast karakter waarin mogelijkheden met een duidelijke effect worden bestudeert. Gezamenlijk leveren de vijf deelgebieden een instrumentenset op om beleving concreet te maken en onderbouwde ontwerpkeuzes te maken.
De basis wordt geleverd in onderzoek naar fundamentele psychologische processen. Hierin ligt informatie over bijvoorbeeld hoe de perceptie van de omgeving werkt, hoe menselijke ruimtelijke cognitie functioneert, wat de effecten van controleverlies zijn. Ook wordt er gekeken naar de impact van basiseigenschappen van mensen zoals geslacht, persoonlijkheid, leeftijd of cultuur. De fundamentele processen schept een basis voor hoe in het algemeen de ervaring of beleving van mensen en menselijk gedrag in de omgeving tot stand komt.
Bijvoorbeeld bij het bestuderen van de impact van ruimte op het vermogen om te kunnen navigeren spelen de theorieën uit het domein van ruimtelijke cognitie een belangrijke rol. Met deze theorieën kunnen vooraf goede voorspellingen worden gemaakt of verklaringen worden geven waarom problemen ontstaan in een omgeving (Gifford, Steg en Reser, 2011).
Een belangrijk deelgebied is de impact van de omgeving op het sociale gedrag van mensen. De omgevingspsychologie kijkt hierbij naar hoe de omgeving een rol speelt in hoe mensen met elkaar omgaan. Vier terugkerende aandachtsgebieden zijn bijvoorbeeld persoonlijke ruimte, territorialiteit, crowding en privacy.
Bij bijvoorbeeld de evaluatie van een ontwerp voor een open kantoorinrichting komen al deze vier onderwerpen aan bod. De omgevingspsychologie beschrijft hoe de elementen werken, waardoor we voorspellingen kunnen doen hoe een omgeving zal gaan functioneren in de toekomst. Met dezelfde kennis kunnen we ook inzicht creëren in hoe een omgeving nu functioneert (Gifford, Steg en Reser, 2011).
Een derde deelgebied beslaat de interactie tussen de mensen en de natuur. In ons moderne leven is de beleving van natuur gesplitst van ons dagelijkse bestaan. Dit gaat met name op voor het leven in de grote steden. We komen uit een situatie waarbij een onderscheid tussen ons dagelijks leven en de beleving van natuur niet aanwezig was. De mens is natuur, komt uit de natuur, en daarom is zij ook integraal verbonden met de natuur. Natuur heeft daarom een grote invloed op ons gedrag. Wat deze invloeden precies zijn beschrijft de omgevingspsychologie.
Een praktische uitwerking van dit onderzoek is bijvoorbeeld de mogelijkheid om met het juiste aanbod aan stimulering stress te kunnen verlagen en aandacht te kunnen herstellen. In de zorg is dit nu zeer actueel. Deze toepassingen kunnen samen worden gebracht onder de noemer healing environment.
De omgevingspsychologie kijkt ook naar hoe het dagelijkse gedrag een impact heeft op het milieu en de klimaatverandering (Gifford, R., 2008). Dit is het vierde deelgebied. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om hoe mensen keuzes maken in het dagelijkse leven. Hoe ontwikkelen mensen bijvoorbeeld een bepaald consumptiepatroon? Welke kleine dagelijkse keuzes worden hierbij gemaakt, en hoe kunnen we dit keuzeproces (of deze gewoonten) beïnvloeden? Veel onderzoeksgeld wordt daarbij ook ingezet op de bestudering van attitudes van mensen over klimaatverandering, milieuvervuiling en energiebesparing.
Omgevingspsychologen zijn daarbij geïnteresseerd in hoe deze attitudes tot stand komen en waardoor ze wel of niet veranderen met de tijd. Een praktisch voorbeeld is het aanmoedigen van mensen om afval niet op straat te gooien. Waarom gooit iemand eigenlijk afval op straat? Welke processen liggen onder dit gedrag? En wat is daarin de rol van de omgeving? Het kan soms betekenen dat er keuzes worden gemaakt die niet altijd voor de hand liggen. In natuurgebieden bijvoorbeeld is het soms beter om geen afvalbakken te plaatsen, omdat de aanwezigheid van afvalbakken een ander normenpatroon activeert bij een recreant.
Ten slotte is er nog een deelgebied dat complexe, dagelijks domeinspecifiek gedrag onderzoekt. Dit onderzoek kijkt bijvoorbeeld naar de invloed van werkomgevingen, leeromgevingen, woonomgevingen op de beleving van de omgeving. We noemen zo’n domein in vaktermen ook wel een gedrags-setting. In elk van deze settings smelt een complex geheel van fundamentele psychologische en sociale processen samen met de lokale context van de plek. Omdat deze plekken een eigen categorie vormen met specifiek, lokaal verankerde omgeving-gedrag relaties bestuderen omgevingspsychologen deze locaties ook vaak apart. Er wordt hierbij doorgaans een holistisch kader aangenomen: dat betekent dat de omgeving in zijn totaliteit aan kenmerkende gedragspatronen wordt bestudeert. Veel van ons werk wordt ook gekenmerkt door het aannemen van zo’n holistisch kader.
Wil je meer weten over omgevingspsychologie? Of een andere toepassing van omgevingspsychologie? Stuur ons een bericht, we ontmoeten graag mensen om over het vakgebied te praten.
Omgevingspsycholoog
Copyright 2012-2023 Omgevingspsycholoog